Le prince-évêque de Liège et les comtes de Hainaut des maisons d'Avesnes et Wittelsbach (1247-1433). Un marché de dupes quasi permanent

Résumé En Fr Nl

Alain Marchandise, Liège's Bishop-Prince and the Hainaut Earls of the Avesnes and Wittelsbach Houses (1247-1433). A permanent dupes' deal. While the 1071 and 1076 decrees, thanks to which the Earl of Hainaut became the main vassal of the Liège Bishop, had then no other positive effect for the prelate than creating an area of greater safety along the confines of his States, in the Lower Middle- Ages the relationships between the Bishop-Prince and the Earl of Hainaut, still fairly poor at that time, turned often to the advantage of the Hainaut prince who, though he never managed to really obtain a Bishop-Prince to his taste, nonetheless benefited from several major territorial increases, made a fool of the Liège sovereign, particularly in the xivth century, and even succeeded in smothering the episcopal power, at the beginning of the xvth century. To what is often akin to a dupes' deal, two explanations at least, among other, can be put forward : a prince from a land situated outside the Liège diocese, the Earl is not subjected to Liège's ordinary standards, to its ecclesiastical jurisdiction, and above all to the Peace, on the one hand ; on the other, the weight of feudalism in the State decreases notably from the xivth century onward.

Alors que les arrêts des années 1071 et 1076, grâce auxquels le comte de Hainaut devint le principal vassal de l'évêque de Liège, n'eurent alors d'autre effet positif pour le prélat que de créer une zone de plus grande sécurité aux confins de ses Etats, au bas Moyen Age les relations entre prince-évêque et comte de Hainaut, là encore assez piètres, furent surtout favorables au prince hennuyer, qui, certes, n'est jamais parvenu à obtenir un prince-évêque selon son goût, mais qui bénéficia néanmoins de plusieurs accroissements territoriaux d'importance, se joua du souverain liégeois, tout spécialement au XIVe s., et parvint même à étouffer le pouvoir épiscopal, début XVe. A ce qui souvent s'apparente à un marché de dupes, deux explications au moins, parmi d'autres, peuvent être avancées : prince d'une terre extérieure au diocèse de Liège, le comte n'est pas soumis à l'ordinaire liégeois, aux prérogatives religieuses de l'évêque, à sa juridiction ecclésiastique et, surtout, à la Paix, d'une part ; le poids de la féodalité dans l'Etat diminue sensiblement à partir du XIVe s., d'autre part.

Alain Marchandise, De prinsbisschop van Luik en de graven van Henegouwen uit de huizen van Avesnes en Wittelsbach (1247-1433). Een bedrieglijke overeenkomst. De arresten van de jaren 1071 en 1076 waardoor de graaf van Henegouwen de voornaamste leenman van de bisschop van Luik werd hadden voor de prelaat geen ander positief effect dan het ontstaan van een grotere veiligheidszone aan de grenzen van zijn gebied. In de vroege middeleeuwen bracht de relatie tussen prinsbisschop en graaf vooral profijt voor deze laatste die er echter nooit in slaagde een eigen kandi- daat als prinsbisschop te installerez Hij kon zo zijn graafschap wel aanzienlijk uit- breiden. De graaf haalde het op de bisschop in de loop van de 14de eeuw en scha- kelde diens macht in de 15de eeuw zelfs uit. Voor die oplichting zijn vele verklaringen mogelijk ; twee worden hier behandeld. Als prins van een domein buiten het prinsbisschoppelijk domein was de graaf niet onderworpen aan de Luikse wetten, de prerogatieven van de bisschop, het kerkelijk recht en de Godsvrede ; anderzijds verminderde het belang van de feodaliteit in de staat aanzienlijk vanaf de 14de eeuw.