Vor dem Hintergrund eines der Idee eine «burgernahen Polizei» fôrderlichen sozio-politischen Klimas beschreibt die vorliegende Untersuchung Erfahrungen, die mit einem durch ein Geschàftszentrum initierten Überwachungsmodell gemacht wurden, das in einem als «sozialer Brennpunkt» bezeichneten Vorort errichtet worden war. Die Erfahrungen lassen an den bislang zum Bereich der Erhaltung von Ordnung in einem privaten Raum, der der Öffentlichkeit zugänglich ist, enwickeiten Vorstellungen zweifeln. Denn das Effizienzkriterium, das im Zusammenhang mit Präventionsmaßnahmen Verwendung finden muß, erfaßt nicht nur die Feststellung der Minimierung von materiellen Verlusten, die die Geschäfte erleiden. Das Effizienzkriterium bezieht sich gleichermaBen auf die spezifischen Aktionen, die sich auf die perzipierten Ursachen des Herumlungerns von Jugendlichen und von ihnen hinterlassener Unordnung sowie kommunale und soziale Präventionsmaßnahmen, die sich auf diese Probleme beziehen, konzentrieren. Dies stellt das Gleichgewicht in Frage, auf dem normalerweise die Regulierung der Ordnung beruht. Wenn auch eine externe Evaluation des Erfolgs derartiger Experimente schwierig bleibt (anhand welcher Kriterien sollte der Erfolg auch gemessen werden ?), so kann man nichts- destotrotz verstehen, warum Geschäftszentren heutzutage in Frankreich nicht mehr lediglich als Opfer erscheinen, die sich, so gut es geht, verteidigen, sondera als potentielle Partner in der Herstellung von Sicherheit in den Städten.
This paper describes an original private-policing experiment, initiated in a socio-cultural context favouring community policing, by a shooping mall in a so- called hard neighborhood. This experiment challenges many generally accepted ideas about prevention of incivilities in a privately owned space open to the public. A drop in the level of losses incurred by the supermarket cannot be the unique criterion by which situational prevention's efficiency can be evaluated. Specific community prevention programs, focusing on youngsters and on the perceived causes of their idleness and their incivilities should also be taken into account. This approach rocks the balance of ordinary division of labour relative to social control. Although a long term evaluation of the experiment's success remains a difficult task (which would be the criteria?), it still leaves room for a new approach of shopping malls in France as more than organized victims struggling to defend their premises; they can be viewed as possible partners in the general production of urban safety.
Dans une conjoncture socio-politique favorable à l'institutionnalisation d'expériences de «polices de proximité», la présente monographie décrit une expérience de gardiennage originale, initiée par un centre commercial implanté dans une cité de banlieue dite à problèmes. L'expérience remet en cause bien des idées reçues concernant la prévention des incivilités sur un espace privé ouvert au public. Car le critère d'efficacité au principe de l'obligation de résultat des mesures de prévention situationnelle, ne réside pas seulement dans le constat de la diminution des pertes subies par le supermarché. Il réside aussi dans des actions spécifiques centrées sur les causes perçues du désœuvrement et incivilités commises par les jeunes, des actions de prévention communautaire et sociale entreprises à leur égard. Cela remet en cause l'équilibre sur lequel repose habituellement la division sociale du travail de régulation de l'ordre. Si une évalua- tion à long terme de la réussite de l'expérience reste difficile à tenter (quels en seraient les critères?), on peut néanmoins comprendre pourquoi des centres commerciaux commencent à apparaître en France, non plus seulement comme des victimes organisées pratiquant comme elles le peuvent la défense de leur site, mais encore comme de possibles partenaires dans la production générale de la sécurité urbaine.
In een socio-politiek klimaat dat blijkbaar positief staat tegenover de institu- tionalisering van de ervaringen met lokale politie (community policing) ter voor- koming van delikwentie en inbreuken op de openbare orde, beschrijft deze monografîe een origineel experiment in de «bewakings- beveiligingssfeer» dat werd opgestart op initiatief van een winkelcentrum un een probleemwijk van een Parijse voorstad. Het experiment gaat in tegen aile bestaande ideeën omtrent ordehandhaving in «voor het publiek tocgankelijke private plaatsen». De doel- matigheid, hier met betrekking tot de resultaten van preventieve maatregelen, wordt immers niet alleen afgemeten aan de vermindenng van de kosten die door het winkelcentrum worden geleden, maar evenzeer aan de specifieke akties die toegespitst worden op de oorzaken van de jeugdwerkloosheid en verveling zoals ze gepercipieerd worden door de promotoren van het experiment. Door dit ailes wordt een groot vraagteken geplaatst bij het evenwicht waarop «het welzijns- werk in het kader van orderegulering» berust. Zelfs als een externe evaluatie van het welslagen van een dergelijk experiment moeilijk blijkt (welke kriteria zou men ervoor moeten hanteren?), verhindert dit niet dat men kan begrijpen waa- rom winkelcentra zich niet alleen beginnen te profileren als georganiseerde slachtoffers die hun eigen ruimten beginnen te verdedigen maar ook als legi- tieme partners en co-producenten van stedelijke veiligheidszorg.
