This article is the result of a pluralist (i.e. sociological and historical) study of sociability and social change in Sallaumines and Noyelles-sous-Lens, two neighbouring boroughs of the Pas-de-Calais coal-field, between the beginning of the XXth century and the late 1970's. Owing to the constraints of coal-mining industry, these two cities have become very similar since World War I in their demography and socio-professional structure ; but at the same time, they never ceased to claim a different collective identity, in the miners' fights, in the participation to associative life and to electoral consultations — 60 years of socialism in Noyelles, 40 years of communism in Sallaumines. Thus, at the start of our study, an interrogation on the so-called uniformity of the coal-basin and a hypothesis : over a long period of time the observation of the repartition of the habitat, of the industrial settlements and of the rural areas, and the study of the policies, the forms of the formal and informal behaviours of sociability, would permit to get as near as possible the fact and the history of the differences which have separated and still separate nowadays the miners' communities. The phases of the inquiry : first stage, the analysis of twenty interviews, two to three hours long each, fully transcribed after recording among people in the two boroughs. Second stage : in order to understand the diversity of the memories of social change collected, the complete survey of the traditional records (economical, unions, electoral) and the thorough study of the series of documents left, since 1901, by the associations. Finally, the last «checking» stage, carried out through a questionnaire of 145 questions and the 217 answers sent by people chosen at random on the electoral lists of Sallaumines and Noyelles-sous-lens. The cross-study of these three sources — interviews, records, questionnaire — shows that since the «Belle Époque» certain mining communities, such as Noyelles-sous-Lens, have been able to resist the mine's grasp. The confidence placed in the school, the resort to individual housing, the survival of the old village, of its rural environment and of the ancient families, an associative life relatively indépendant from the socialist municipal power and from the mining traditions, are so many references which enabled the people of Noyelles to evolve a memory of the past and an idea of the future where miners' housing estates and the mine are progressively giving way to the little tertiary town in the outskirts of the big agglomeration of Lens. On the contrary, other towns of the coal-basin, like Sallaumines, have «nested» in the coal : the mine has always occupied the totality of the communal space, the village, destroyed in 1914 was never reconstructed, and above all the communist city council has attempted since 1935 to mobilise all the population and the associations to defend coal-mining, the pits and the miners. In Sallaumines, it is painful to think of reconversion because the memory and the future of coal have taken hold of the individual and collective representations.
Cet article est le résultat d'une recherche pluridisciplinaire (sociologie et histoire) sur la sociabilité et le changement social à Sallaumines et Noyelles-sous-Lens, deux communes limitrophes du bassin minier du Pas-de-Calais, entre le début du XXe siècle et la fin des années 1970. Contraintes par l'exploitation charbonnière, les deux agglomérations sont devenues semblables, depuis la première guerre mondiale, par leur démographie et leur structure socio-profesionnelle ; mais, dans le même temps, elles n'ont pas cessé de décliner une identité collective différente lors des luttes des mineurs, de la participation à la vie associative et des consultations électorales — 60 ans de socialisme à Noyelles, 40 ans de communisme à Sallaumines. Donc, au point de départ de l'enquête, une interrogation sur la particularité dans la prétendue uniformité du bassin minier et une hypothèse : dans la longue durée l'observation de la répartition de l'habitat, de l'espace industriel et des zones rurales, et l'étude des politiques, des formes et des comportements de sociabilité, formelle et informelle, permettent d'approcher au plus près le fait et l'histoire des différences qui ont séparé et séparent encore aujourd'hui les communautés minières. L'itinéraire de la recherche : première étape, l'analyse de vingt entretiens de 2 à 3 heures chacun, intégralement retranscrits après enregistrement auprès de nos interlocuteurs des deux communes. Seconde phase : pour comprendre la diversité des souvenirs recueillis sur le changement social, le dépouillement des archives traditionnelles (économiques, syndicales, électorales) et l'exploitation systématique des séries documentaires laissées, depuis la loi de 1901, par les associations. Enfin, la dernière étape de «vérification», entreprise à partir d'un questionnaire de 145 questions et des réponses adressées par 217 personnes «choisies» au hasard dans les listes électorales de Sallaumines et de Noyelles-sous-Lens. Le croisement de ces trois sources — entretiens, archives, questionnaire — montre que, depuis la Belle Époque, certaines communautés minières, à l'instar de Noyelles-sous-Lens, ont pu résister à l'emprise de la mine. La confiance accordée à l'école, le recours à l'habitat individuel, la maintien de l'ancien village, de l'environnement rural et des vieilles familles, la vie associative relativement indépendante à l'égard du pouvoir municipal socialiste et des traditions minières, autant de références qui ont permis aux gens de Noyelles d'acquérir une mémoire du passé et une pensée de l'avenir où les corons et la mine cèdent de plus en plus la place à la petite ville tertiaire dans la périphérie de la grande agglomération de Lens. Inversement, d'autres villes du bassin minier, comme Sallaumi- nes, se sont «installées» dans le charbon : la mine y a toujours occupé la totalité de l'espace communal, le village détruit en 1914 n'a pas été reconstruit, et surtout, la municipalité communiste s'est efforcée, depuis 1935, de mobiliser toute la population et toutes les associations pour la défense du charbon, des fosses et des mineurs. A Sallaumines, il est douloureux de penser la reconversion parce que la mémoire et l'avenir du charbon se sont emparés des représentations individuelles et collectives.
Dit overzicht is het resultaat van een pluridisciplinair onderzoek (sociologie en geschiedenis) over de sociabiliteit en de sociale veranderingen in Sallaumines en Noyelles-sous-Lens, twee aangren- zende gemeenten van het mijnbekken in de Pas-de-Calais, van het begin van de 20ste eeuw tot het einde van de jaren'70. Onder de druk van de kolenwinning zijn in de twee agglomeraties sedert de eerste wereldoorlog de demografie en de socio-professionele structuur er net eender gaan uitzien. Maar tegelijkertijd is een verschillende groepsidentiteit blijven bestaan, wat tot uiting gekomen is de strijd van de mijnwerkers, de betrokkenheid bij het leven van de verenigingen en de verkiezingen — 60 jaar socialisme in Noyelles en 40 jaar communisme in Sallaumines. Het uitgangspunt van de enquête is de vraag of het mijnbekken inderdaad zo uniform is., en daarnaast een veronderstelling, namelijk dat de lange duur van de observatie op het gebied van de spreiding van de woon-, werk- en landbouwzones, en de studie van het beleid en de vormen en het gedrag van de sociabiliteit, toelaten nauwkeuriger na te gaan wat vroeger en ook nog nu deze gemeenschappen in de mijnstreek scheidt. In een eerste stadium werden 20 gesprekken van 2 à 3 uur met contactpersonen uit de 2 gemeenten volledig uitgeschreven en geanalyseerd. Om deze overvloed aan herinneringen wat te ordenen werd dan een beroep gedaan op de traditionele archieven (ekonomische, sindikale en électorale) en op de dokumenten van de verenigingen (wet van 1901). Het laatste stadium was een contrôle geba- seerd op een vragenlijst (met 145 vragen) die toegestuurd werd aan 217 inwoners die zo maar geko- zen werden in de kiezerslijsten van Sallaumines en Noyelles. Uit de confrontatie van die drie bronnen gesprekken, archieven, vragenlijst blijkt dat sedert de Eeuwwende bepaalde gemeenschappen in de mijnstreek, zoals Noyelles, aan de invloed van de mijn hebben weerstaan. De inwoners van Noyelles hebben een beeld van hun verleden en van hun toe- komst waarin de mijn het moet afleggen tegen het beeld van een klein tertiair stadje in de buurt van de grote agglomeratie Lens ; dat is te wijten aan het vertrouwen dat zij stellen in de school, de drang naar individueel wonen, het belang van de rurale omgeving en de oude families en een verenigings- leven dat vrij 'onafhankelijk staat tegenover het socialistisch gemeentebestuur. Anderzijds hebben andere stadjes, als Sallaumines, in het mijnbekken zich als het ware met de mijn vereenzelvigd : de mijn neemt er de hele oppervlakte van de gemeente in beslag — het in 1914 verwoeste oude dorp is niet heropgebouwd — en vooral, de communistische gemeenteraad heeft sedert 1935 de hele bevolking gemobiliseerd (en allé verenigingen) om de steenkool, de putten en de mijnwerkers te verdedi- gen. In Sallaumines is de gedachte aan de reconversie pijnlijk omdat de herinnering aan en de toe- komst van de mijn centraal staat in de collectief en individueel bewustzijn.
