Les désillusions de la libération d'après le contrôle postal civil de Lille (octobre 1918 -mars 1919)

Résumé En Fr Nl

Jean-Yves Le Naour, The Disillusion of the Liberation Seen Through the Civilian Mail Control in Lille (October 1918 -March 1919). In November 1918, in the region of Lille, liberated from the Germans, the French military authorities establish a control of the civilian mail in order to monitor the morale of the Nord populations in the wake of 4 years of enemy occupation and propaganda. This postal censorship reveals that after the wild enthusiasm of the liberation and the hopes of an immediate recovery, disillusions were widespread and bitter : persistance of food deprivations, financial spoliation but above all the conflict, or at least the gap, between the memory of the regions that experienced occupation and that of the rest of France. The painful discovery of their own memory and the incomprehension deriving from it characterize the days following the liberation of the Nord.

En novembre 1918, dans la région lilloise libérée des Allemands, les autorités militaires françaises établissent un contrôle de la correspondance civile afin de sur¬ veiller l'état moral des populations du Nord suite aux quatre années d'occupation et de propagande ennemie. Cette censure postale nous révèle qu'après le fol enthousiasme de la libération et ses espoirs de rétablissement instantané, les désillusions ont été grandes et amères : poursuite des privations alimentaires, spoliation financière mais surtout conflit, ou fossé tout au moins, entre la mémoire des régions qui ont connu l'expérience de l'occupation et celle du reste de la France. La découverte douloureuse de sa mémoire propre et l'incompréhension qui en est la résultante caractérisent les lendemains de la libération du Nord.

Jean-Yves Le Naour, De ontgoocheling van de bevrijding volgens de postcontrole van de burgers in Rijsel (october 1918-maart 1919). In november 1918 is de omgeving van Rijsel bevrijd en stelt het franse bestuur een contrôle op de briefwisseling in om te kunnen waken over het moreel van de bevol-king na vier jaar bezetting en vijandelijke propaganda. Die postcensuur leert dat er na de aanvankelijke uitbundigheid over de bevrijding en de hoop op een ogenblikkelijke terugkeer van het gewone leven een grote en bittere teleurs telling volgde : blijvend voedselgebrek, financiële verliezen, en een conflict of een kloof — qua heiinnering — tussen de streken die de bezetting ervaren hebben en de andere. De pijnlijke ontdekking van die herinnering en het onbegrip daarmee verbonden kwamen manifest tot uiting na de bevrijding van Noordfrankrijk.