Een blauwdruk van het Bourgondische beleid in het graafschap Vlaanderen : de regentschapsinstructie van 1387

Résumé En Fr Nl

Preoccupied with the politics at the royal court of Charles VI of France, Philip the Bold, Duke of Burgundy and count of Flanders, appointed his nephew William of Namur, lord of Bethune, as Governor of Flanders, Antwerp and Mechelen with a special commission issued on 31 August 1387. Strikingly, the chancery of Philip the Bold also included a political memorandum to William of Namur, which specified the administrative, judicial and military authority of the governor. This set of instructions is important, because it highlights the political concerns of the ducal government in Flanders. Faced with a number of urgent problems, this statement suggested strong and explicit measures against favoritism in the election of the magistrates and against fraudulent practices of princely officials. Furthermore, the document urges the governor to react against the negligence of military and civilian duties, against the pursuit of political autonomy by the Flemish subjects and to arbitrate sensitive disputes within Flemish society. As such, this document provides a valuable inside perspective from the burgeoning administration of the Burgundian Low Countries.

Occupé par la politique à la cour du roi de Charles VI, Philippe le Hardi, duc de Bourgogne et comte de Flandre, décidait, le 31 août 1387, de nommer son neveu Guillaume de Namur, seigneur de Béthune, gouverneur de la Flandre, d'Anvers et de Malines durant son absence. Outre la commission officielle, la chancellerie de Philippe le Hardi rédigeait également un mémorandum politique adressé personnellement à Guillaume de Namur, précisant les attributions administratives, judiciaires et militaires du gouverneur. Cet ensemble d'instructions est important, car il met en lumière les préoccupations politiques du gouvernement ducal en Flandre. Face à un certain nombre de problèmes urgents, cette déclaration suggère des mesures fortes et explicites contre le favoritisme dans l'élection des magistrats et contre les pratiques frauduleuses de certains fonctionnaires princiers. En outre, le document somme le gouverneur de réagir contre la négligence dans l'exécution des tâches civiles et militaires, contre la poursuite de l'autonomie politique par les sujets flamands et d'arbitrer les différends sensibles au sein de la société flamande. Ainsi, ce document fournit une intéressante vue de l'intérieur sur l'essor de l'administration dans les Pays-Bas bourguignons.

Wegens de vele politieke beslommeringen aan het hof van de Franse koning Karei VI besliste Filips de Stoute, hertog van Bourgondië en graaf van Vlaanderen, om zijn neef en vertrouweling Willem van Namen, heer van Béthune, door middel van een benoemingspatent van 31 augustus 1387 te benoemen tot landvoogd van Vlaanderen, Antwerpen en Mechelen. Daarnaast liet de hertog door zijn Bourgondische kanselarij een informele nota opstellen waarin de bestuurlijke, juridische en militaire bevoegdheden van de gouverneur minutieus werden opgelijst en afgebakend. Deze instructies en voorschriften illustreren de bezorgdheid van de hertogelijke regering in het politiek woelige graafschap Vlaanderen en de uitgesproken wens om de problemen zoals het favoritisme bij magistraatsverkiezingen of de fraudepraktijken bij vorstelijke ambtenaren krachtdadig aan te pakken. De Bourgondische gouverneur werd ook opgedragen om te bemiddelen in talloze belangenconflicten en op te treden tegen het algemene verzuim van militaire en civiele taken en tegen het streven van de Vlaamse onderdanen voor meer politieke autonomie. Op deze manier biedt dit tijdsdocument een unieke inkijk in de bureaucratische mechanismen van de ontluikende Bourgondische staat.