La pratique du théâtre à Lessines et dans les campagnes du Hainaut septentrional. L'interdiction des autorités en 1786-1788

Résumé En Fr Nl

In the Hainaut after 1760, theatrical performances organised by rural youth seemed to have won public favour. Often, they would also gain approval from local authorities. On the other hand, once they were questioned, guardians, fiscal lawyers, the provincial council and central government were just as much resolute partisans of forbidding this entertainment, with concern for security and public order regularly invoked. Superfluous spending, the risk of costly court cases, the danger to public order as servants would blackmail their masters to participate in the show are arguments considered to be pertinent. The range of objections relies on a well-anchored conviction of the uselessness of the practice. However, what has been judged harmful for people from the countryside seemed to be a necessity for city dwellers, the private council believed, to the point of suggesting that the performances continue during lent. The paradox is apparent : again, it is the notion of opportunity that inspires the decision. In a city such as Brussels, theatre imposes itself like an adequate derivative to protect turbulent youth from more dangerous temptations. It also offers the means to attract strangers, especially the English, and install them in the capital for the greater good of local commerce, while waiting for the opening of the Spa bath season.

En Hainaut, après 1760, les représentations théâtrales organisées par la jeunesse rurale semblent connaître la faveur du public. Le plus souvent, elles recueillent aussi l'approbation des autorités locales. En revanche, lorsqu'ils sont saisis de la question, les pouvoirs de tutelle, l'avocat fiscal, le conseil provincial et le gouvernement central sont autant de partisans résolus de l'interdiction de ces divertissements. Le souci de la sécurité et de l'ordre public sont régulièrement invoqués. Les dépenses superflues, le risque de coûteux procès, le danger pour l'ordre social car les domestiques exerceraient un chantage sur leurs maîtres pour participer au spectacle, voilà autant d'arguments également jugés pertinents. L'éventail des objections s'appuie sur une conviction bien ancrée, l'inutilité de la pratique. Toutefois, ce qui est jugé nocif pour les gens des campagnes apparaît comme une nécessité pour les citadins, estime le Conseil privé, au point de suggérer la poursuite des représentations durant le carême. Le paradoxe n'est qu'apparent ; à nouveau, c'est la notion d'opportunité qui inspire la décision. Dans une ville telle Bruxelles, le théâtre s'impose comme un dérivatif adéquat pour préserver une jeunesse turbulente de tentations plus dangereuses. Il offre aussi le moyen d'attirer les étrangers, surtout les Anglais, et de les fixer dans la capitale, pour le plus grand bénéfice du commerce local, en attendant l'ouverture de la saison des eaux de Spa.

In Henegouwen leken theatervoorstellingen die de lande¬ lijke jeugd na 1760 organiseerde in de smaak te vallen bij het publiek. Meestal konden ze ook op de goedkeuring rekenen van de lokale overheden. Wanneer de kwestie echter aanhangig werd gemaakt bij de voogdijoverheid, de fiscaal advocaat, de provincieraad en de centrale regering, waren dit stuk voor stuk overtuigde voorstanders van een verbod op dit soort vermaak. Vaak werd verwezen naar de bezorgdheid om de veiligheid en de openbare orde. Overbodige uitgaven, het risico van dure processen, het gevaar voor de maatschappelijke orde daar dienstboden hun meesters zouden chanteren om de voorstellingen te kunnen bijwonen..., het waren allemaal argumenten die ook relevant werden geacht. De brede waaier aan bezwaren steunt op een diepgewortelde overtuiging, nl. de zinloosheid van de praktijk. Wat echter als schadelijk werd gezien voor de plattelandsbevolking, leek wel een noodzaak voor stedelingen, zo oordeelde de private raad, die zelfs voorstelde om de voorstellingen voort te zetten tijdens de vasten. De paradox is slechts schijnbaar : opnieuw wordt de beslissing ingegeven door het begrip 'opportuniteit'. In een stad als Brussel is het theater een geschikt afleidingsmiddel om een onrustige jeugd te beschermen tegen gevaarlijker bekoringen. Het biedt ook het middel om buitenlanders, vooral Engelsen, aan te trekken en hen ertoe te bewegen zich in de hoofdstad te vestigen, wat de lokale handel zeer ten goede komt, in afwachting van de opening van het kuurseizoen in Spa.