This article purports to give some of the results obtained in conducting research on public inquiry commission about police delinquency in Canada. In the first part of the article, the general framework of the research is described and certain methodological tenets are briefly discussed. In a subsequent part, three generalisations about the common properties of public inquiry commissions are stated: a public inquiry commission is a process that is both (i) repetitive and (ii) retrospective in nature and (Hi) whose effects on the situation that originally gave birth to its institution are negligible. The final part of the article makes certain proposals regarding the political and ideological functions of the inquests and also regarding their judicial effects. Their alleged political function is to produce for the mass of the people the appearance of political change. It is claimed furthermore that their ideological function is to induce the belief that the power to increase the visibility of the delinquency of a few of the representatives of public authority is a sign of the willingness to control the abuses of power of public officials. The main judicial effect of the public inquiry commis- sions has been to hasten the breakdown of the judicial process into two separate components, the one being satisfied in denouncing the delinquency of the "power elite" and the other repressing with increasing inequity the deviancy of those who yield no political power.
L'article présente les résultats d'une recherche menée sur les commissions d'enquête instituées sur quelques corps policiers canadiens. Dans une première partie, le cadre de la recherche est d'abord décrit et certains de ses postulats méthodologiques sont brièvement discutés. Trois thèses relatives aux commissions d'enquête sont ensuite, dans une seconde partie, énoncées : (i) les commissions d'enquête constituent un processus à la fois répétitif, (ii) rétrospectif et (ni) dont les retombées sur la situation motivant leur institution sont très faibles. La dernière partie de l'article formule des hypothèses sur les fonctions politiques et idéologiques des enquêtes, ainsi que sur leurs effets juridiques. Leur fonction politique est de produire pour les masses l'apparence du changement politique. Leur fonction idéologique est d'induire la croyance que le pouvoir de rendre visible une partie de la délinquance de ceux qui détiennent l'autorité publique est le signe de la volonté de la contrôler. L'effet juridique principal de ces commissions d'enquête est de consacrer la cassure du processus judiciaire en une composante dénonciatrice de la délinquance de ceux qui participent à l'exercice du pouvoir politique et une composante répressive de la criminalité de ceux qui n'ont aucune part à cet exercice.
Dit artikel stelt de resultaten voor van een onderzoek dat werd ondernomen over de onderzoescommissies ingesteld m.b.t. enkele cana- dese politiekorpsen. In een eerste gedeelte, wordt het onderzoekskader beschreven en enkele methodologische postulaten werden in 't kort besproken. Vervolgens, in een tweede deel, worden drie thesissen m.b.t. die omderzoekscommissies vooropgesteld : de onderzoekscommissies betekenen zowel (i) een repetitieve, (it) als een retrospective processus, ock (Hi) is de weerslag op de situatie die hun oprichting motiveerde, zeer zwak. Het laatste deel van het artikel formuleert hypothesen over de politieke en ideologische funktie van onderzoeken, ook over hun juridisch effekt. De politieke funktie bestaat erin voor de massa de schijn van politieke verandering te wekken. De ideologische funktie is het geloof ingang te doen vinden dat de macht om een deel van misdadigheid van hen die het politiek gezag dragen, zichtbaar te maken, het tecken is van de wil om haar onder kontrole te brengen. Het voornaamste juridisch gevolg van deze onderzoekscommissies is het bevestigen van de scheiding in de rechtsbedeling tussen een element van aanklacht van de misdadigheid van hen die deelnemen aan de uitoe- fening van de politieke macht en een element van repressie der misdadigheid van hen die opgenerlei wijze deelnemen aan de uitoefening van de macht.
