Thema dieses Artikels sind die neueren kritischen Stellungnahmen zur Möglichkeit einer fruchtbaren Nutzung der Konzepte des (historischen und dialektischen) Materialismus in der Entwicklung einer alternativen und radikalen Kriminologie. Diese Stellungnahmen kônnen unter vier Rubriken gebracht werden, namlich, (i) diejenigen, die von der Rhetorik des ideologischen Kampfes Gebrauch machen und sowohl das Scheitern der sozialistischen Theorien als auch die mangelnde kritische Auseinandersetzung der radikalen Kriminologen mit ihrer eigenen Praxis anfiihren ; (ii) diejenigen, die das langsame Abgleiten der marxistischen Kriminologie in Denkweisen, die sie ursprünglich widerlegt hatte, bemangeln ; (iii) diejenigen, die die Schwierig- keiten der marxistischen Kriminologie im Umgang mit den Ergebnissen der empirischen oder historischen Forschung ins Gedâchtnis rufen und (iv) diejenigen, die an der Machtlosigkeit der konkreten Eingriffe ansetzen, die aus einem radikalen Aktionsprogramm hervorgehen. Abschliessend wird verneint, dass der Materialismus iiberhaupt die theoretische Grundlage zu einer alternativen Kriminologie liefern kann. Dagegen wiirde eine undifferenzierte Verwerfung der tatsâchlichen Errungenschaften des Marxismus eine Verarmung der Kriminologie und ein Rüickschritt zu längst iiberwundenen Stellungnahmen bedeuten.
The object of the article is to assess the validity of recent criticism of the possibility of building successfully upon historical and dialectical materialism in order to erect a radical alternative to traditional criminology. Criticism has been dealt with under four headings, namely (i) rhetorical criticism which alleges that marxist socialism is an historical failure and that radicals blind themselves to the shortcomings of their approach; (ii) criticism which claims that Marxist criminology is evolving towards ways of thinking that were initially the target of its attacks ; (iii) empirical criticism, which contrasts empirical findings with the tenets of a political economy of crime and (iv) finally, practical criticism which insists upon the lack of a praxis that should be naturally flowing from a Marxist criminol- In conclusion, it is asserted that Marxism does not provide a sound theoretical (and pragmatic) basis on which to build an alternative to mainstream criminology. It is also claimed, nevertheless, that crucial tenets of Marxism should not meet unqualified rejection by criminology, such rejection amounting to a retreat on positions long ago recognized as clearly unsatisfactory.
Cet article se propose d'évaluer la pertinence des critiques récemment adressées à la possibilité d'exploiter de façon féconde les concepts du matérialisme (historique et dialectique) pour développer une criminologie alternative et radicale. Ces critiques ont été regroupées sous quatre rubriques. Soit : (i) les critiques qui assortissent à une rhétorique de l'affrontement idéologique et qui allèguent l'échec des socialismes et la dénégation par les criminologues radicaux des carences de leurs pratiques ; (ii) celles qui dénoncent la dérive progressive de la criminologie marxiste vers des pensées qu'elle s'employa initialement à réfuter ; (iii) celles qui rappellent les difficultés de la criminologie matérialiste par rapport aux résultats de la recherche tant empirique qu'historique et (iv) les critiques, enfin, qui insistent sur l'impotence des interventions concrètes qui seraient issues d'un programme d'action radical. L'article conclut en contestant que le matérialisme puisse constituer une base théoriquement valide pour édifier une criminologie alternative. Il tente également de faire valoir qu'un rejet indifférencié des acquis réels du matérialisme impliquerait un appauvrissement de la criminologie et sa régression vers des positions dont le caractère inadéquat a été démontré.
Het is de bedoeling van dit artikel de doeltreffendheid te evalueren van de kritiek die recent werd geuit op de mogelijkheid om op vruchtbare wijze de begrippen van het matérialisme (historisch en dialectisch) aan te wenden om een alternatieve en radicale criminologie tot ontwikkeling te brengen. De kritiek is samengevat in vier rubrieken : (i) een kritiek die betrek- king heeft op de rethoriek van de ideologische disputen, die de mislukking van de socialismen tot uiting brengen, alsmede de afwenteling door de radicale criminologen van de leemten in hun praxis ; (ii) een andere, die aan- klaagt het geleidelijk aan afdwalen van de marxistische criminologie naar ideeen die zij aanvankelijk verwierp ; (iii) nog een andere die de moeilijkhe- den in herinnering brengt van de materialistische criminologie m.b.t. de onderzoeksresultaten, zowel de empirische als de historische ; (iv) tenslotte de kritiek die de nadruk legt op de onmacht tot concrete maatregelen die zouden voortspruiten uit een radikaal actie-programma. Het artikel besluit met te betwisten dat het matérialisme een valiede theoretische basis zou kunnen zijn voor een alternatieve criminologie. Maar tevens wordt gesteld dat een ongenuanceerd verwerpen van de reële verworvenheden van het matérialisme zou betekenen een verarming van de criminologie en een terugkeer naar posities waarvan het ontoereikend karakter werd aangetoond.
