Burning Bodies. Catholic Hydropathy and Mystical Performance

Résumé En Fr Nl

The mystical revival in twentieth century Catholicism was of a paradoxical kind. One of its paradoxes concerned the emergence of the mystical body. It has been said before that, although new Catholic mysticism was constructed especially in writing, bodily practices such as feasting and bleeding played a key role in these literary representations. Following Stephen Schloesser, some have maintained that this bodily obsession brought along a “ modernist” revision of tradition since it destabilized age old demarcations between (spiritual) holiness and (bodily) sin. It remained unclear, however, whether Catholic bodies were conceptually freed from the flesh, yet buried even deeper within it. In this essay, I will question the boundaries of twentieth century Catholic mysticism in confronting the neo-Catholic writing of Léon Bloy with Catholic hydropathy and so-called natural lifestyle (or life reform). This “ medical” repertoire simultaneously referred to Hippocratic antiquity and the bathing rituals of Lourdes. Ascetic and sometimes painful procedures were to make the body “ burn” in order to turn it into a vehicle for religious conversion. Especially in sexual discourse, however, this procedure could not take away the body’s fatal power. Like Catholicism itself, the mystical body remained entirely localized within the sinful modern discourses from which so many had hoped to escape.

Evert Peeters, Des corps brûlants. Hydrothérapie catholique et performance mystique Dans les premières décennies du XXe siècle, le catholicisme a vécu un retour paradoxal de la mystique. Tandis que la construction de ce nouveau mysticisme s’est produite avant tout dans le champ littéraire, des pratiques corporelles comme le carême et l’auto-flagellation ont joué un rôle important dans ces représentations littéraires. Avec Stephen Schloesser, certains ont argumenté que cette obsession du corporel a fait émerger une révision “ moderniste” de la tradition catholique. Elle aurait déstabilisé de très vieilles démarcations entre la sainteté (spirituelle) et le vice (corporel). Il reste néanmoins à voir si les corps catholiques étaient réellement quelque part libérés de leur chair, ou s’ils étaient enterrés à perpétuité. Dans cette contribution, les frontières du mysticisme catholique seront discutées en confrontant la littérature néo-catholique de Léon Bloy avec l’hydrothérapie catholique et les soi-disants réformes de vie. Ces répertoires “ médicaux” faisaient référence à la fois à l’Antiquité hippocratique et aux rituels de bains de Lourdes. Au moyen de procédures ascétiques et parfois douloureuses, ils faisaient “ brûler” le corps afin de le transformer en véhicule de conversion religieuse. Surtout en matière de discours sexuel, néanmoins, ces procédures ne pouvaient pas faire disparaître le pouvoir fatal du corps. Comme le catholicisme lui-même, le corps mystique restait entièrement emprisonné dans les discours modernes vicieux d’où tant de catholiques avaient espéré pouvoir s’évader.

Evert Peeters, Brandende lichamen. Katholieke hydrotherapie en de mystieke performance De mystieke revival in het twintigste-eeuwse katholicisme bezat een paradoxaal karakter. Eén van die paradoxen betrof de plaats van het mystieke lichaam. Het is al vaker opgemerkt : hoewel de nieuwe katholieke mystiek in de eerste plaats een literaire constructie bleef, speelden lichamelijke praktijken zoals vasten en zelfkastijding in die literaire representaties een centrale rol. In navolging van Stephen Schloesser hebben sommige (literatuur) historici betoogd dat deze obsessie met het lichamelijke een “ modernistische” herziening van de traditie inluidde. Oude demarcaties tussen (spirituele) heiligheid en (lichamelijke) zonde zouden op die manier zijn ondermijnd. Het blijft echter onduidelijk of katholieke lichamen op die manier werkelijk werden bevrijd van het zondige vlees – of er juist nog dieper in gevangen raakten. In dit opstel worden de grenzen van de vroeg-twintigste-eeuwse katholieke mystiek onderzocht door de neo-katholieke literatuur van Léon Bloy te confronteren met de katholieke hydrotherapie en de zogenaamde natuurlijke levenswijze (of Lebensreform). Dit “ medische” repertoire verwees tegelijk naar de hippocratische oudheid en naar het rituele baden in Lourdes. Ascetische en soms pijnlijke voorschriften moesten het lichaam doen “ branden” om het tot een vehikel van religieuze bekering te maken. Vooral in het seksuele vertoog bleek echter hoezeer die voorschriften de gevreesde macht van het lichaam nog versterkten. Zoals het katholicisme in zijn geheel, bleef ook het mystieke lichaam de gevangene van de zondige, moderne vertogen van waaruit zo vele katholieken hadden gehoopt te ontsnappen.