Form und Funktion von Todesschilderungen in Historiographie und Hagiographie im ausgehenden 11. Jahrhundert

Résumé De En Fr Nl

In der Zeit des Investiturstreits, einer an Quellenmaterial reichen Zeit, wird vielfach über bischöfliche Todesfälle berichtet. Die jenseitige Existenz galt im Mittelalter grundsätzlich als eigentliches Ziel des Lebens, die irdische Zeit nur als Qualifikationsphase dafür. Im Sterben konzentrierte sich die vorangehende Lebensführung, der Moment des Übergangs vom Leben zum Tod wurde zum Indikator des jenseitigen Schicksals. Die Historiographie des ausgehenden 11. Jahrhunderts legte jedoch keinen Wert darauf, tatsächliche Todesumstände zu berichten. Am Beispiel Burchards von Halberstadt wird gezeigt, dass der Konflikt zwischen Kaiser und Papst auch die Darstellung bischöflicher Todesfälle deutlich beeinflusste. Eine dagegen neutralere Todesschilderung bietet einigermaßen überraschend mit der Vita Bennos von Osnabrück ein hagiographischer Text, der jedoch als Ausnahmeerscheinung jener Zeit angesehen werden muss.

During the time of the Investiture contest, a period rich in source material, episcopal deaths are often reported. In the Middle Ages, life after death in the hereafter was generally regarded as the actual goal of life, while the earthly time was seen only as a qualification phase for it. In the moments of dying, the preceding way of life concentrated, the moment of transition from life to death became an indicator of the personal fate on the other side. The historiography of the end of the 11th century, however, did not value reporting actual circumstances of death. Using Burchard von Halberstadt as an example, it could be shown that the conflict between emperor and pope also had a significant influence on the representation of episcopal deaths. A more neutral depiction of death, on the other hand, offers a hagiographic text : the Vita of Benno of Osnabrück. However, this must be seen as an exception to the rule at this time.

À l’époque de la querelle des Investitures, une période riche en sources, il est souvent question de la mort d’évêques. Au Moyen Âge, l’existence dans l’au-delà était considérée comme un véritable objectif, tandis que l’existence terrestre était seulement perçue comme une phase de qualification. Dans la mort, le mode de vie antérieur se concentrait, le moment du passage de la vie à la mort devenait l’indicateur du destin dans l’au-delà. Néanmoins, l’historiographie de la fin du xie siècle ne s’intéressait pas aux circonstances réelles de ces morts. L’exemple de Burchard de Halberstadt illustre le fait que le conflit entre l’empereur et le pape eut aussi un impact sur le récit des morts d’évêques. Il est par contre plutôt étonnant qu’une description neutre nous soit présentée par un texte hagiographique, la Vie de Benno d’Osnabrück. Celle-ci doit être considérée comme une exception à cette époque.

Ten tijde van de Investituurstrijd, een periode rijk aan bronnen, wordt veel aandacht besteed aan het overlijden van bisschoppen. In de Middeleeuwen werd het bestaan in het hiernamaals als een echt levensdoel beschouwd, terwijl het aardse bestaan alleen als een kwalificerende fase werd gezien. Tijdens het overlijden werd gedacht dat de wijze waarop men geleefd had zich bij ware concentreerde en het moment van overgang werd beschouwd als een indicator van het persoonlijke lot in het hiernamaals. Niettemin hield de historiografie van het einde van de elfde eeuw geen verband met de feitelijke omstandigheden van de dood. Zo illustreert het voorbeeld van Burchard van Halberstadt hoe het conflict tussen de keizer en de paus invloed had op het documenteren van het overlijden van bisschoppen. De neutrale beschrijving in de nochtans hagiografische Vita van Benno van Osnabrück is des te meer verrassend en blijkt een uitzondering in dit kader.