Nouvelles réflexions sur la charte dite d’Albert de Cuyck

Résumé En Fr Nl

In a 1972 article, Georges Despy claimed that the charter of privileges granted to the bourgeoisie of Liège by Bishop Albert de Cuyck (1194-1200) – a document that had long been considered central to the medieval history of Liège – had most certainly never existed. He also asserted that the imperial diploma of 1208, by which the so-called episcopal charter was confirmed, was a forgery fabricated around 1230. For many years, historians unquestioningly accepted this claim, made by an eminent medievalist. Hence, studies on the episcopal city of Liège only sporadically mentioned the so-called Albert de Cuyck charter, despite its great significance. Since the 1980s and increasingly so, medievalists have challenged, in part or as a whole, the conclusions reached by Despy. Based on my own research on the medieval history of Liège, I am convinced (in line with recent work on the topic) that several of the claims made by Despy should by qualified, or even, in some cases, discarded. In doing so, I hope to reopen the discussion surrounding this exceptional document of Liège history.

En conclusion d’un article publié en 1972, Georges Despy déclarait que la charte de privilèges octroyée aux bourgeois de Liège par l’évêque Albert de Cuyck (1194-1200) – document longtemps considéré comme un monument de l’histoire médiévale liégeoise – n’avait très certainement jamais existé. Il y affirmait également que le diplôme impérial de 1208, dans lequel la prétendue charte épiscopale était confirmée, constituait un faux fabriqué vers 1230. Pendant de nombreuses années, cette démonstration établie par un éminent médiéviste emporta l’adhésion des historiens. Aussi, en dépit de son immense intérêt, la charte dite d’Albert de Cuyck ne fut plus signalée que de manière sporadique dans les travaux relatifs à la cité épiscopale de Liège. Cependant, depuis les années 1980 et de manière croissante, des médiévistes récusent, partiellement ou totalement, les conclusions auxquelles aboutit Despy au terme de sa démonstration. Sur base de nos propres recherches consacrées à l’histoire médiévale de Liège, nous sommes convaincu, dans la lignée des travaux les plus récents, que plusieurs arguments développés par Despy doivent être nuancés, voire même, dans certains cas, écartés. Ce faisant, nous espérons plus largement relancer le débat entourant cet exceptionnel document de l’histoire liégeoise.

In een artikel uit 1972 beweerde Georges Despy stellig dat het privilegecharter dat door Albert de Cuyck (1194-1200) aan de Luikse burgerij werd toegekend – een document dat lange tijd als centraal element werd beschouwd in de middeleeuwse geschiedenis van Luik – nooit had bestaan. Hij beweerde ook dat de keizerlijke oorkonde van 1208, waarmee het voorgaande bisschoppelijk charter werd bevestigd, een vervalsing was die gemaakt werd rond 1230. Historici hebben jarenlang de beweringen van deze eminente mediëvist zonder aarzelen aanvaard, waardoor studies over de bisschopsstad Luik slechts sporadisch dit charter vermeldden, ondanks zijn grote belang. Sinds de jaren tachtig van vorige eeuw kwam hier verandering in, waarna mediëvisten meer en meer de conclusies van Despy geheel of gedeeltelijk betwistten. Op basis van mijn onderzoek naar de middeleeuwse geschiedenis van Luik ben ik ervan overtuigd dat verschillende beweringen van Despy moeten genuanceerd, of zelfs, in sommige gevallen, verworpen worden, geheel in lijn met recent werk over dit onderwerp. Hierdoor hoop ik opnieuw leven in de discussie te blazen rond dit uitzonderlijke document van de Luikse geschiedenis.