Molinet dramaturge : une moralité inédite jouée lors du chapitre valenciennois de la Toison d'Or (1473).

Résumé En Fr Nl

Molinet Dramatist : an Unpublished Morality Play Performed for the Valenciennes Chapter of the Golden Fleece Order (1473). From May 1st to May 13th 1473, was held in Valenciennes the twelfth chapter of the Golden Fleece Order. Established in this city for several years, the poet Jean Molinet wrote a few circumstance pieces to entertain the quests of the banquets and joust tournaments that were given for the event. We discovered, in Jean Coquiau's Mémoires, an important fragment of this dramatic work, published here in full. Performed in front of Duke Charles and the Knights of the Order, assembled in the hall of the Counts of Hainault's palace, the play associates three major constants of the political thinking of the future « indiciaire » : beside the celebration of the « tresglorieuse maison de Bourgogne » and of the gallant knights that distiguish themselves every day, one can perceive, in this very deeply Valenciennes — inspired text, the very deep attachment its author felt for his second home. But, more than anything, the discovery of this morality play throws some light on an ill-known aspect of the talent of this major writer and of his role, as a dramatist, in the Burgundian splendour and its magnificent receptions.

Du 1er au 13 mai 1473, se tint à Valenciennes le douzième chapitre de la Toison d'Or. Établi dans cette ville depuis plusieurs années, le poète Jean Molinet composa pour l'occasion quelque divertissement propre à agrémenter les banquets ou les joutes qui accompagnèrent l'événement. Nous avons découvert, dans les Mémoires de Jean Coquiau, un important fragment de cette œuvre dramatique, édité ici dans son intégralité. Représentée devant le duc Charles et les chevaliers de l'Ordre, réunis dans la grand-salle du palais des comtes de Hainaut, la pièce associe trois grandes constantes de la pensée politique du futur indiciaire : outre la célébration de la tresglorieuse maison de Bourgogne et des preux chevaliers qui s'y distinguent chaque jour, transparaît, dans ce texte résolument valenciennois, tout l'attachement de l'auteur pour sa terre d'accueil. Mais surtout, la mise au jour de cette moralité éclaire tant soit peu une facette méconnue de ce grand écrivain, qui collabora, en qualité de dramaturge, aux réceptions somptueuses des fastes bourguignons.

Molinet als toneelschrijven : een onuitgegeven moraliteit opgevoerd tijdens het kapittel van het Gulden Vlies te Valenciennes (1473). . Van 1 tot 13 mei 1473 vergaderde in Valenciennes het twaalfde kapittel van het Gulden Vlies. De dichter Jean Molinet die al een paar jaar in de stad woonde schreef een getegenheidstuk om de banketten of speien op te vrolijken. Wij ontdekten in de Mémoires van Jean Coquiau een groot fragment van dit dramatisch werk dat hier volledig uitgegeven wordt. Het stuk werd opgevoerd voor de hertog Karel en de ridders van de orde in de grote zaal van het hertogelijk paleis van Henegouwen. Men vindt er drie hoofdbekommenissen van de toekomstige kroniekschrijver paast de verheerlijking van het zeeredele huis van Bourgondië en van de dappere ridders die er zich dagelijks onderscheiden klinkt, in deze zeer Valentijnse tekst de gehechtheid van de auteur aan zijn gastland door. Deze tekst werpt enig licht op een miskend facet van deze grote schrijver die als dramaturg betrokken was bij de tot de verbeelding sprekende luister van de Boergondiërs.