Contagion néo-gothique et urbanisme dans les villes septentrionales au XIXe siècle.

Résumé En Fr Nl

Neo-Gothic Contagion and Urban Planning in the Towns of Northern France in the XIXth Century. In the course of the XIXth century, certain voices exalt an atmosphere where architectural conceptions, the rehabilitation of craftmanship and the way of life are inspired by a more or less idealized XIIIth century. In some large towns of northern France, Valenciennes, Douai, Roubaix, Lille, etc., architects and some officials of urban organization, attempt to develop the most ideal monumental forms inside adapted allotments in order to offer a protected environment to exemplary individuals or human groups. They are influenced by the aedilitary writings and programmes, Utopian or in progress, of some characters who work in a neo-mediaeval environment, notably in Belgium and in Britain. The case of the Vauban District is particularly interesting. From 1875 to 1914, it develops neo-gothic forms by contaminating successively the seats of prestigious institutions, colleges, private houses, and even factories.

Au cours du XIXe siècle, certaines voix exaltent une atmosphère où la conception de l'architecture, la réhabilitation de l'artisanat et l'art de vivre sont inspirés d'un XIIIe siècle plus ou moins idéalisé. Au sein de quelques grandes villes septentrionales, Valenciennes, Douai, Roubaix, Lille etc., des architectes et quelques responsables de l'organisation urbaine, tentent de concevoir les formes monumentales les plus idéales au sein d'un parcellaire adapté, afin d'abriter la vie d'individus et de groupes humains exemplaires. Ils sont influencés par les écrits et les programmes édilitaires, utopiques ou en cours d'exécution, de quelques personnalités qui œuvrent dans un climat néo-médiéval, notamment en Belgique et en Grande- Bretagne. Le cas du quartier Vauban à Lille est particulièrement exemplaire. De 1875 à 1914, il développe des formes néo-gothiques en contaminant successivement des sièges d'institutions prestigieuses, des collèges, des maisons privées voire des usines.

Uitstraling van de neo-gotiek en urbanisme in de steden in het noorden in de XIXste eeuw. In de loop van de XIXde eeuw scheppen sommigen een klimaat waarin het concept van de architectuur, de herwaardering van het handwerk en de manier van leven de invloed ondergaat van een geidealiseerde XIIIde eeuw. In een paar noordfranse steden als Valenciennes, Douai, Roubaix, Rijsel enz. proberen architecten en een paar verantwoordelijken van de stadsplanning die idéale en monumentale vormen in te passen in kadasterplannen om mensen en groepen, met een voorbeeldfunctie, in die sfeer te laten leven. Zij staan onder de invloed van geschriften en programmas, utopische of in uitvoering, van personen die in België en in Engeland in de neomiddeleeuwse sfeer werken. De Vaubanwijk in Rijsel is daar een voorbeeld van. Tussen 1875 en 1914 ziet men daar neo-gotische vormen opduiken die daama « uitzaaien » naar andere prestigegebouwen, colleges, particulière woningen en zelfs fabrieken.