Architectenwoningen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (1830-1970)

Résumé Fr Nl En

Les maisons d’architecte constituent une catégorie de logements à part, qui revêtent une signification particulière en tant que « carte de visite » de l’architecte, projet expérimental, aboutissement ou synthèse de l’ensemble de son œuvre, englobant des caractéristiques stylistiques, géographiques, techniques, sociales et autres. Toutefois, afin de saisir pleinement l’importance et la valeur ajoutée de ce genre architectural, il est essentiel de disposer d’un cadre théorique et typologique bien défini pour comprendre les maisons d’architecte. Sur la base des données recueillies à partir d’inventaires et de documents existants, de recherches dans les archives et de visites sur le terrain, un vaste registre dans lequel sont recensées 370 maisons d’architecte de la Région de Bruxelles-Capitale a été établi, qui constitue le point de départ de l’analyse. Ce registre se concentre sur la période de 1830 à 1970, au cours de laquelle la construction de maisons d’architecte et de logements en général s’est intensifiée. Il comprend des maisons d’architecte emblématiques et célèbres, ainsi que des exemples moins connus, dans des proportions à peu près égales : nombre de ces édifices n’étaient pas répertoriés auparavant et peuvent désormais être qualifiés à juste titre de maisons d’architecte. Témoignant de la diversité de ces maisons, le registre constitue la base indispensable pour apprécier de manière approfondie les différents cas, ainsi que la maison d’architecte en tant que type de bâtiment particulier.

Architectenwoningen vormen een unieke categorie van woningen. Zij hebben een bijzondere betekenis als visitekaartje, experiment, hoogtepunt of samenvatting van het oeuvre van de betrokken architect en omvatten stilistische, geografische, technische, sociale en andere kenmerken. Een duidelijk afgebakend theoretisch en typologisch kader is echter essentieel om het belang en de toegevoegde waarde van de architectenwoning als gebouwtype helemaal te vatten. Een uitgebreid register met 370 architectenwoningen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, dat samengesteld werd op basis van gegevens uit bestaande inventarissen, de literatuur, archiefonderzoek en plaatsbezoeken, diende als uitgangspunt van de analyse. De focus ging daarbij naar de periode van 1830 tot 1970, een periode waarin de bouw van zowel architectenwoningen als woningen in het algemeen toenam. Het register bestaat uit ongeveer evenveel iconische en bekende architectenwoningen als minder bestudeerde voorbeelden. Vele van de woningen in deze laatste categorie waren voordien nog niet bekend maar zijn nu correct geïdentificeerd als architectenwoning. Het register biedt een brede waaier aan architectenwoningen en vormt de noodzakelijke basis voor een grondige analyse van individuele voorbeelden en van de architectenwoning als gebouwtype op zich.

Architects’ houses constitute a unique category of housing, embodying a special significance as a calling card, an experimental endeavour, a culmination, or a synthesis of the architect’s body of work, encompassing stylistic, geographical, technical, social, and other features. However, to comprehensively grasp the significance and added value of this architectural genre, a well-defined theoretical and typological framework for understanding architects’ houses is essential. Based on data gathered from existing inventories, literature, archival research and on-site visits, an extensive register in which 370 architects’ houses in the Brussels-Capital Region were mapped forms the starting point of the analysis. Focusing on the period 1830-1970 in which the construction of both architects’ houses and housing in general was increasing, this register includes iconic and well-known architects’ houses as well as less studied cases, in approximately equal proportion: many of which were previously unidentified and can now be properly identified as architects’ houses. Representing the diversity of these houses, the register forms the necessary basis for a thorough assessment of individual cases as well as the architect’s house as a distinct building type.