Entre habitabilité et accessibilité au Bois de la Cambre

Résumé Fr Nl En

Il s’agit d’étudier les tensions qui existent entre accessibilité géographique et habitabilité urbaine à Bruxelles, en examinant le cas du Bois de la Cambre en tant que lieu de loisir et de passage. Nous nous intéressons d’abord aux 150 ans d’histoire de ce parc, avant de présenter une enquête exploratoire sur les préférences de la population en ce qui concerne l’aménagement du parc eu égard à la circulation automobile. L’étude fait apparaître une étroite corrélation entre cet aménagement et le mode de vie de chacun. Au fil de son histoire, l’aménagement du parc s’est fait surtout en réponse à des changements sociétaux d’ordre général au niveau des modes d’organisation de la vie des populations, plutôt qu’à un projet urbain explicite. De nos jours, les priorités exprimées par différents groupes de population pour l’aménagement du parc sont fonction de leur lieu de résidence, de leur mode de déplacement, de leur utilisation des espaces verts et de leur accès à ces derniers. Dans ce contexte, l’étude met en évidence la nécessité d’œuvrer autant à la mise en place d’autres solutions de mobilité concrètes qu’à l’élaboration de nouveaux imaginaires pour la ville et la mobilité.

Aan de hand van het geval van het Ter Kamerenbos, dat zowel als doorgangsruimte als voor vrijetijdsdoeleinden wordt gebruikt, onderzoeken we de spanning tussen geografische bereikbaarheid en stedelijke leefbaarheid in Brussel. Eerst bespreken we de 150-jarige geschiedenis van het park. Vervolgens presenteren we een verkennend onderzoek naar de voorkeuren van burgers omtrent de inrichting van het park in relatie tot de aanwezigheid van gemotoriseerd verkeer. Uit dat onderzoek blijkt een sterk verband tussen de voorkeursinrichting en persoonlijke levensstijl. In de loop der jaren weerspiegelde de inrichting van het park veeleer de bredere maatschappelijke veranderingen in de manier waarop mensen hun leven organiseren, dan een concreet stadsproject. Tegenwoordig sluit de prioriteit die verschillende sociale groepen formuleren voor de inrichting van het park aan bij hun woonplaats, hun vervoerswijze en hun gebruik van en toegang tot groene ruimten. In dat kader benadrukt het onderzoek dat het noodzakelijk is om zowel concrete mobiliteitsalternatieven als nieuwe denkbeelden over mobiliteit en de stad te ontwikkelen.

We explore the tensions that exist between geographical accessibility and urban liveability in Brussels, by examining the case of the Bois de la Cambre, as a place of leisure as well as transiting. First, we study the park’s 150 years of history. Second, we present an explorative survey into citizens’ preferences for the park’s set-up in relation to the presence of motorized traffic. The research reveals a strong relation between the preferred set-up and the personal way of life. Through history, the set-up of the park has reflected broader societal changes in the way people organized their life, more than it reflected an explicit urban project. Today, the priority different social groups express for the setup of the park, reflects their residential location, mode of transport, and use of and access to green spaces. In this context, the study stresses the need to work as much on the construction of concrete mobility alternatives than on the construction of new urban and mobility imaginaries.