24 juillet 2013
https://www.openedition.org/12554 , info:eu-repo/semantics/openAccess
Robert van der Veen, « Why auntie's boring tea parties matter for the fair distribution of gifts », Presses universitaires de Louvain, ID : 10670/1.nwt097
Het pleidooi van Philippe van Parijs voor een maximaal onvoorwaardelijk basisinkomen stelt voor dat de opbrengst van ongelijk verdeelde giften – zoals erfenissen en schaarse banen - wordt afgeroomd door belasting, ten bate van de reele vrijheid van de minstbevoorrechten. Met behulp van Ronald Dworkins egalitaire veilingmodel beredeneert Van Parijs dat de billijkste herverdeling van deze belastingopbrengst iedereen een gelijk aandeel toekent, ongeacht de bereidheid tot het verrichten van werk. In dit hoofdstuk laat ik echter zien dat in zo’n egalitaire veiling sommige giften een prijs zullen krijgen waarin een vergoeding is verdisconteerd van het werk dat nodig is om de inkomsten van die giften te genieten. Neemt men deze veilinguitkomst in aanmerking, dan volgt dat een billijke herverdeling althans ten dele gebonden moet zijn aan de bereidheid tot werken.