Receiving approbations from Jansenist censors: a strategy for circumventing the anti-Jansenist pre-publication censorship of Malines archbishop Humbertus de Precipiano (1690-1711)

Résumé En Fr Nl

This article focuses on the agency of the different players involved in anti-Jansenist book censorship during the Malines archiepiscopate of Humbertus de Precipiano (1690-1711). It builds upon recent scholarship that emphasizes the ambiguous task and divided loyalties of censors. This essay chooses to study the actions of officials inside censorial institutions as well as the strategies printers, authors and book agents pursued when facing a rigorous anti-Jansenist censorship. During his archiepiscopate, de Precipiano reformed pre-publication censorship in order to halt the spread of Jansenist ideas. He was unsuccessful, however, because the printers received approbations from Jansenist censors. I argue that, in the case of Jansenism, the fidelity of censors to this religious movement prevailed over their loyalty to ecclesiastical administrations and the insistence on upholding the norms. Even in a mono-confessional context characterized by book censorship aimed at defending orthodoxy from internal threats, actors such as censors allowed their personal beliefs to guide them, with the result that pre-publication censorship was inefficient.

Cet article se penche sur l’action des différents acteurs impliqués dans la censure antijanséniste des livres sous l’archiépiscopat de Malines d’Humbertus de Precipiano (1690–1711). Ce document s’appuie sur des études récentes qui soulignent l’ambiguïté de la tâche des censeurs et la division de leur loyauté. Le présent essai étudie les agissements des fonctionnaires au sein des institutions censoriales ainsi que les stratégies mises en œuvre par les imprimeurs, auteurs et agents du livre face à une censure antijanséniste rigoureuse. Durant son archiépiscopat, de Precipiano réforma la censure préventive en vue d’enrayer la propagation des idées jansénistes. Il n’y parvint pas, dans la mesure où les imprimeurs recevaient l’approbation des censeurs jansénistes. J’argumente que, dans le cas du jansénisme, la fidélité des censeurs envers ce mouvement religieux a prévalu sur leur loyauté envers les administrations ecclésiastiques et l’insistance à maintenir les normes. Même dans un contexte mono-confessionnel marqué par la censure des livres visant à protéger l’orthodoxie des menaces internes, les acteurs tels que les censeurs se laissaient guider par leurs convictions personnelles, si bien que la censure préventive était inefficace.

Dit artikel focust op de agency van de personen die betrokken waren in de anti-jansenistische boekcensuur onder Mechels aartsbisschop Humbertus de Precipiano (1690–1711). Recent onderzoek over vroegmoderne boekcensuur benadrukt de ambigue taak en de verdeelde loyaliteit van censoren. Dit artikel plaatst zich in dit historiografisch debat door zowel de handelingen van censoren, als de manier waarop drukkers, auteurs en boekagenten omgingen met anti-jansenistische boekcensuur te bestuderen. Als Mechels aartsbisschop hervormde de Precipiano de preventieve censuur om zo de verspreiding van Jansenistische ideeën te stoppen. Hij slaagde daar echter niet in omdat approbaties van jansenistische censoren in de handen van de drukkers terechtkwamen. Ik betoog dat zowel de loyaliteit van deze censoren aan de kerkelijke administraties als hun wil om de nieuw ingestelde normen te handhaven, ondergeschikt was aan hun trouw aan de religieuze beweging van het jansenisme. Dat betekent dat zelfs in een mono-confessionele context, waarin boekcensuur een middel was om de orthodoxie te verdedigen tegen interne bedreigingen, persoonlijke religieuze overtuigingen de handelingen van censoren beïnvloedden. Dat leidde uiteindelijk tot een inefficiënte preventieve boekcensuur tussen 1690 en 1711.